Deuteronomium 1:22

Study

       

22 Toen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en tot wat steden wij komen zullen.


Commentary on this verse  

By Alexander Payne

Verse 22. And the whole soul in such a state earnestly consults the Divine truths of the Word, and desires to direct all its powers to inquire into what constitutes the heavenly life, that the soul may know how to attain it and what doctrines are conducive thereto.