Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1376

Po Emanuel Swedenborg

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

1376. Ik sprak vaak met de geesten over de voorstelling van plaats en afstand bij hen, namelijk dat zij niet iets werkelijks zijn, maar alleen een schijn alsof die bestonden, terwijl zij toch niets anders zijn dan de staten van hun gedachten en neigingen, welke aldus afwisselen, en wel vertonen zij zich op deze wijze zichtbaar in de geestenwereld, maar niet zozeer in de hemel bij de engelen, omdat dezen niet in een voorstelling van plaats en tijd zijn, maar in de voorstelling van staten. Maar de geesten die nog aan lichamelijke en aardse voorstellingen vastkleven, begrijpen dit niet; zij menen dat de dingen geheel zo zijn, als zij ze zien. Zulke geesten kunnen er nauwelijks toe gebracht worden iets anders te geloven, dan dat zij in het lichaam leven, en zij willen er zich niet van laten overtuigen, dat zij geesten zijn, en aldus nauwelijks aannemen, dat er een zekere schijn bestaat en een zekere begoocheling, begerig als zij zijn om in begoochelingen te leven. Zo sluiten zij voor zichzelf de weg tot het begrijpen en tot het erkennen van de waarheden en de goedheden af, welke wel zo ver mogelijk van de begoochelingen verwijderd zijn. Het werd hun herhaaldelijk aangetoond, dat de verandering van plaats slechts een schijn is alsmede een waandenkbeeld; er bestaan namelijk twee soorten van plaatsverandering in het andere leven; de ene, waarover eerder, bestaat hierin, dat alle geesten en alle engelen bestendig in de Grootste Mens hun plaats innemen, wat een schijn is; de andere soort bestaat hierin, dat de geesten op een bepaalde plaats verschijnen, terwijl zij er toch niet zijn, wat een begoocheling is.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl