4. Ik heb dan ook met vele geesten gesproken over dit onderwerp, opdat de mens ertoe geleid mag worden te geloven dat er meer bewoonde werelden in het heelal zijn dan deze ene. Hij hoeft slechts de onmetelijkheid van de sterrenhemel met de ontelbare sterren te beschouwen, die elk voor zich een zon is in het eigen zonnestelsel, gelijkend op dat van onze zon, maar verschillend van grootte. Iedereen die deze feiten juist overweegt zal daaruit moeten concluderen, dat dit zo onmetelijke geheel niet anders kan zijn dan een middel tot een doel, dat het einddoel is van de schepping; dit doel is een hemels koninkrijk, waarin de Godheid tezamen kan wonen met engelen en mensen. Want het zichtbare heelal of de hemel die door zo'n ontelbaar aantal sterren wordt verlicht en die allemaal zonnen zijn, is slechts een middel opdat er werelden kunnen bestaan en daarop mensen waaruit een hemels koninkrijk kan worden gevormd. Uit deze feiten kan elk redelijk mens afleiden dat zulk een onmetelijk middel voor zulk een groots doel, niet alleen gemaakt is voor één menselijk geslacht en daardoor voor één hemel van één enkele wereld. Wat zou dit voor de Godheid betekenen, Die oneindig is en voor Wie duizenden, ja myriaden van werelden die allemaal bevolkt zijn met bewoners, zouden zijn als een stofje, ja zelfs, nauwelijks als iets.