1. Gad en Aser 1
Engelen worden ook in hemelen onderscheiden, overeenkomstig de verscheidenheid aan verstandelijke geloofsovertuigingen, die dus de innerlijke menselijke gedachten beheersen, want de mens heeft in zichzelf een bepaalde innerlijke hemel en ook een meer innerlijke en een binnenste.
Door de goddelijke barmhartigheid van God de Messias werd het verschillende keren toegestaan om gedachten over te brengen aan het leven, met degenen die in die verstandelijke hemel zijn, of door gedachten om met hen te communiceren, en op andere manieren om met hen te spreken.
Ja, het werd gegeven om mijn gedachten in die mate te zuiveren, dat ze rechtstreeks in contact kwamen met degenen die in de hemel van het verstandelijke geloof waren. Toen werd opgemerkt dat zij degenen waren die in de meer innerlijke zin met Gad worden bedoeld; want hoewel ze weten, en dus in staat zijn te geloven, dat alleen God de Messias hen door de Heilige Geest regeert, en dat ze alleen kracht hebben als ze rechtstreeks worden opgewekt, nog steeds, als ze werden verwijderd, wilden ze eerst wat verstoringen opwekken, maar na enige twist met mij stemden ze ermee in.
Bovendien werd het ook nu, door de goddelijke barmhartigheid van God, de Messias, toegestaan om een levendige ervaring te hebben, dat geesten, hoewel slecht, namelijk die in een perverse orde verkeren, niettemin in staat zijn om iedereen vreugde te schenken; terwijl ze zich in die uiterlijke staat bevinden, worden deze bedoeld met Aser; want ze waren in een staat het zichzelf aangenaam te maken en voor hun gezelschap, doordat ze de voorkeur gaven aan zelfgenoegzaamheid boven de innerlijke hemel of de innerlijke mens.
Dit zijn verborgenheden en waarover veel zou kunnen worden gezegd - 1747, 8 februari - op welke dag het was toegestaan om in de kantlijn 2 iets over de zegeningen van de zonen van Jakob te annoteren (Genesis 49).
Фусноте:
1. In een kopie van de originele Latijnse uitgave van ‘Hemel en Hel’, gevonden in de bibliotheek van de Bath Society (England), bevond zich een vel papier met een fragment van een manuscript in het handschrift van Swedenborg.
Hyde, in zijn Bibliography of Swedenborg's Works, n. 498, concludeert dat dit fragment een deel is van het verloren gegane deel van het Geestelijk Dagboek van Swedenborg; behorende waarschijnlijk ongeveer bij de nrs. 28 en 29.
Het fragment is gefototypeerd en samen met een Engelse vertaling gepubliceerd door Wm. Harbutt, A.R.C.A., The Grange, Bathampton, Bath.
De vertaling zou zijn gemaakt door Dr. R. L. Tafel, maar het is niet in zijn handschrift. Er zijn enkele wijzigingen aangebracht na vergelijking met de fototypekopie.
2. Zie annotaties in de bijbel van Swedenborg in Genesis 49:19.
Zie ook ‘The Word Explained n. 7448’.